Parket-generaal pleit voor staatssecretaris voor Strafuitvoering
Om het gevoel van straffeloosheid bij de bevolking tegen te gaan, kan de volgende regering best een staatssecretaris voor Strafuitvoering benoemen. Dat stelt het Antwerpse parket-generaal voor in de jaarlijkse toespraak voor de start van het gerechtelijk jaar. ‘Het is essentieel dat het vertrouwen van de burger in justitie wordt hersteld.’
De actualiteit van de laatste maanden met Benjamin Herman die een aanslag pleegde in Luik tijdens zijn penitentiair verlof en de Albanees Safet Rustemi die werd uitgezet terwijl hij nog moest voorkomen, zette het Antwerpse parket-generaal aan om het bij de opening van het gerechtelijk jaar te hebben over strafuitvoering.
‘De afstand tussen de straftoemeting (de straffen opgelegd door de rechter) en de strafuitvoering is doorheen de jaren zo geëvolueerd dat we mogen spreken van een crisis van de strafuitvoering’, luiden advocaat-generaal Hildegard Penne en procureur-generaal Patrick Vandenbruwaene de alarmbel.
Het Antwerpse parket-generaal klaagt onder andere aan dat veel geldstraffen niet worden geïnd, omdat er daarvoor geen centraal informaticasysteem bestaat. ‘Dat komt neer op straffeloosheid, wat de geloofwaardigheid van justitie ernstig onder druk zet.’
‘Investering in staatssecretaris betaalt zichzelf terug’
‘Bij de volgende regering wordt best een staatssecretaris strafuitvoering aangesteld voor deze materie’, vragen Penne en Vandenbruwaene. Die moet volgens hen experten verzamelen van de verschillende instanties betrokken in de strafuitvoering, financiële experten en informaticaspecialisten.
‘Er zal op politiek niveau een bereidheid moeten zijn om hierin te investeren en hiervoor geld vrij te maken’, beseft het Antwerpse parket-generaal, dat zich echter sterk maakt dat die investering zichzelf zal terugbetalen. ‘Niet alleen geldelijk, door het spijzen van de staatskas met een betere inning, maar ook door het herstel van het vertrouwen van de burger in justitie doordat het gevoel van straffeloosheid wegvalt e, deze essentiële schakel in een democratische maatschappij zich herstelt.’