einde |
|
Publicatie : 2021-03-05 |
26 FEBRUARI 2021. - Besluit van de Vlaamse Regering houdende de verlenging van de duur van de civiele noodsituatie en de afwijkingsregeling, zoals vastgesteld bij het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2020 houdende vaststelling van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, zoals vermeld in het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, naar aanleiding van de heropleving van het COVID-19 virus
Rechtsgrond
Dit besluit is gebaseerd op:
- het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van
een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, artikel 4, § 1, eerste lid, 2°,
en § 1, derde lid, 1°.
Vormvereisten
De volgende vormvereiste is vervuld:
-
de Inspectie van Financiën heeft advies gegeven op 4 februari 2021 en op 8 februari 2021.
-
Er is bij de Raad van State een verzoek om spoedbehandeling ingediend, gemotiveerd door de omstandigheid
dat eind 2019 in de Chinese regio Wuhan een uitbraak van een nieuw coronavirus (Covid-19) is ontstaan.
Ondertussen heeft het virus zich ook verspreid in andere landen en is er sprake van een wereldwijde pandemie.
Gelet op de aanbevelingen vanuit de wetenschappelijke wereld, de adviezen van de Nationale
Veiligheidsraad en van het Crisiscentrum van de Vlaamse Overheid (CCVO), heeft ook de Vlaamse Overheid
vanuit haar bevoegdheden de nodige maatregelen genomen om de verdere verspreiding van het coronavirus
in te dammen, om de veiligheid en de volksgezondheid te garanderen en om de socio-economische gevolgen
maximaal te beperken en ondervangen.
Deze maatregelen hadden een effect, maar in de zomermaanden
van 2020 werd een heropleving van dit virus vastgesteld.
Zo besloot de Nationale Veiligheidsraad
op 27 juli 2020 een aantal nieuwe coronamaatregelen te nemen om de heropleving van het coronavirus aan
te pakken. Deze maatregelen bleken echter niet voldoende om het tij te keren. Na de eerste golf in het
voorjaar van 2020 werd Vlaanderen in het najaar 2020 zwaar getroffen door een nieuwe golf van besmettingen,
die in sommige gevallen ook leidt tot ziekenhuisopnames en ook overlijdens.
Zo werd op 30 oktober
2020 beslist om over te gaan tot een verstrengde lockdown, en werden verstrengde maatregelen opgelegd
wat betreft sociale contacten, het economisch leven, waaronder een sluiting van niet-essentiële winkels,
restaurants en bars, een verlengde herfstvakantie voor onderwijs e.d.
Deze strengere regels
hadden een positief effect op het aantal besmettingen, ziekenhuisopnames en het sterftecijfer en droegen
bij tot een verbetering van de gezondheidssituatie. Het gevolg hiervan was dat de maatregelen eind november
2020 beperkt versoepeld werden.
Doordat de neergang van de cijfers stilviel, besloot het Overlegcomité
tot bijkomende maatregelen en een strengere controle van de bestaande regels. Begin januari 2021 werden
de bestaande maatregelen bevestigd. Zo blijft thuiswerk verplicht en komen er meer controles op de werkplekken
van werknemers die in quarantaine moeten zijn, en blijft het toegelaten aantal sociale contacten nog
steeds beperkt.
Ondertussen onderging het COVID-19 virus diverse mutaties die een hogere besmettingsgraad
hebben. Zo viel het in de voorbije maanden op dat in het zuidoosten van Engeland veel meer coronabesmettingen
voorkwamen die niet in verband konden gebracht worden met bepaalde gebeurtenissen. Analyse van het genetisch
materiaal van de betrokken virussen bracht aan het licht dat mutaties hadden geleid tot een variant van
het coronavirus die makkelijk mensen besmet (20B/501Y.V1, B.1.1.7 of VOC 202012/01). Een vergelijkbare
variant van het COVID-19 virus (B.1.351 of 501.V2) is opgedoken in Zuid-Afrika, waar de besmettingscijfers
eveneens de hoogte ingaan. Dit geldt eveneens voor de variant B.1.1.248, opgedoken in de Brazilië
De
Britse en de Zuid-Afrikaanse variant werden reeds aangetroffen in Vlaanderen.
Om de import en
verdere verspreiding van nieuwe virusvarianten tegen te gaan werd tijdelijk een verbod ingevoerd op verplaatsingen
voor recreatief-toeristische doeleinden van en naar België. Zo zijn verplaatsingen voor niet essentiële
doeleinden van en naar België verboden van woensdag 27 januari tot maandag 1 maart 2021. Het reisverbod
zal gecontroleerd worden, zowel voor het weg-, lucht-, zee- als voor het treinverkeer.
Op 21
december 2020 bracht het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) een positief advies uit over het vaccin
van biontech/Pfizer, en het vaccin werd vervolgens door de Europese Commissie goedgekeurd. Op 6 januari
kreeg het Moderna vaccin het groene licht van de Europese Commissie. Op 29 januari 2021 kreeg ook het
AstraZeneca vaccin een positief advies van het EMA. De leveringen van deze vaccins aan België werden
opgestart en een vaccinatiestrategie werd uitgewerkt. Gestart werd met het vaccineren van bewoners en
personeel van woonzorgcentra, om gevolgd te worden door zorgprofessionals in ziekenhuizen.
Op
basis van de initiële projecties werd verwacht dat het aantal vaccins, voor elk van de producenten, per
levering gradueel zouden toenemen. Evenwel kwamen de leveringen van zowel het biontech/Pfizer-vaccin
als van het Moderna-vaccin trager op gang dan gehoopt. Deze vertraging is, luidens de producenten, deels
te wijten aan de noodzaak om de productiecapaciteit drastisch op te schroeven. Deze verhoging van de
productiecapaciteit zal mogelijk binnen een (zeer) korte termijn leiden tot een exponentiële toename
van één of meerdere leveringsvolumes. Dit impliceert dat er in voorkomend geval rekening moet worden
gehouden met een mogelijke plotse influx van vaccins op korte of middellange termijn, en met de mogelijke
noodzaak om plots een aanzienlijk cohort van de bevolking simultaan te vaccineren. Vanzelfsprekend vergt
een dergelijke hypothese dringende proactieve maatregelen op de kortst mogelijke termijn.
De
cijfers en genomen maatregelen tonen aan dat het COVID-19-virus, zowel het oorspronkelijk virus als de
mutaties ervan, een grote impact hebben op de bestaande gezondheidsinfrastructuur. De capaciteit van
zowel ziekenhuizen, verzorgingsinstellingen als laboratoria stond en staat onder druk en de vraag naar
extra (tijdelijke) faciliteiten is reëel.
Ook de nood om een snelle (en mogelijks zelfs versnelde)
vaccinatie mogelijk te maken, vraagt bijkomende capaciteit. Vaccinatiecentra in heel Vlaanderen zijn
noodzakelijk om de uitgewerkte vaccinatiestrategie te kunnen realiseren. Dit wordt de grootste medische
operatie genoemd die ooit in Vlaanderen op het getouw werd gezet.
Zo werd beslist om 95 vaccinatiecentra
in heel Vlaanderen op te richten, om ervoor te zorgen dat iedereen snel en veilig in zijn buurt een vaccin
krijgt. Een overzicht van alle vaccinatiecentra in Vlaanderen is te vinden op https://vaccinatiecentra.vlaanderen.be/.
Bedoeling is dat iedereen zich kan laten vaccineren op een afstand van 10 à 15 minuten rijden van zijn
woonplaats.
Het inrichten van deze vaccinatiecentra gaat vaak gepaard met vergunningsplichtige
handelingen of exploitaties. Te denken valt aan het oprichten gebouwen en constructies (tenten, containers,
...), de aanleg van verhardingen, het plaatsen van publiciteitsinrichtingen (plaatsing buitensignalisatie),
en tijdelijke functiewijziging van een gebouw naar de functie "gemeenschapsvoorzieningen en openbare
nutsvoorzieningen", vertrekkend van de oorspronkelijke functie (bedrijvigheid, recreatie, militaire functie,
...).
Ook het opslaan van de vaccinatie-hulpmiddelen, (ontsmettingsmiddelen, alcoholgels, zuurstof,...)
en het gebruik van verwarmingsinstallaties, betreffen de exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten,
en kunnen vallen onder de omgevingsvergunnings- resp. meldingsplicht.
Ook het uitbreiden van
de productiemogelijkheden van de verschillende vaccins of medische hulpmiddelen en de distributie hiervan
kan gepaard gaan met vergunningsplichtige handelingen of exploitaties.
Dat alles maakt dat een
zeer snelle uitbreiding van de productiecapaciteit voor geneesmiddelen, vaccins en medisch materiaal,
en van de capaciteit van ziekenhuizen, vaccinatiecentra en andere verzorgingsinstellingen mogelijk moet
zijn en in een aantal gevallen nu reeds noodzakelijk is om een imminente civiele noodsituatie het hoofd
te bieden.
Het verlengd toepasbaar maken van artikel 4 van het decreet van 20 maart 2020 over
maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, die een vrijstelling
van omgevingsvergunning voorziet van dergelijke noodzakelijke faciliteiten is dan ook urgent en noodzakelijk.
Dergelijke
vergunningsaanvragen verlopen doorgaans volgens de gewone procedure, met openbaar onderzoek en het inwinnen
van adviezen, waarbij bepaalde termijnen moeten gerespecteerd worden. Vervolgens is er ook nog de mogelijkheid
van administratief beroep die een schorsende werking heeft. Het doorlopen van deze procedure behelst
meerdere maanden. Gelet op de huidige cijfers en prognoses zou een bijstelling ruim te laat komen om
de gevolgen van de COVID-19 pandemie het hoofd te kunnen bieden.
Deze gezondheidscrisis en
de hiervoor nodige mogelijkheden naar constructies, functiewijzigingen en exploitaties met als doel het
maken van geneesmiddelen en medisch materiaal, of het verhogen of verbeteren van de ziekenhuiscapaciteit
en de capaciteit van andere zorgvoorzieningen, verzorgingsinrichtingen, vaccinatiecentra of onderzoeksinstellingen,
noodzaken een hoogdringende behandeling.
De termijn van de civiele noodsituatie en van de afwijkingsregeling
werd vastgesteld in het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2020 houdende vaststelling van
een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, zoals vermeld in het decreet van 20 maart
2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, naar
aanleiding van de heropleving van het COVID-19 virus en loopt af op 26 februari 2021. Het is duidelijk
dat op dat moment voormelde gezondheidscrisis nog niet bedwongen zal zijn. Een verlenging van de termijn
van de civiele noodsituatie en van de afwijkingsregeling dringt zich dus op. De startdatum van deze verlenging
is 27 februari 2021 zodat het noodzakelijk is om binnen een termijn van vijf werkdagen over het advies
van de afdeling wetgeving te beschikken.
De Raad van State heeft advies 68.874/1 gegeven op
18 februari 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad
van State, gecoördineerd op 12 januari 1973.
Na beraadslaging,
DE VLAAMSE REGERING
BESLUIT:
Artikel 1. In toepassing van artikel 4, § 1, eerste lid, 2°, en § 1,
derde lid, 1°, van het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie
met betrekking tot de volksgezondheid, wordt de civiele noodsituatie en de termijn van de afwijkingsregeling
zoals vastgesteld in het besluit van de Vlaamse Regering van 30 oktober 2020 houdende vaststelling van
een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, zoals vermeld in het decreet van 20 maart
2020 over maatregelen in geval van een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, naar
aanleiding van de heropleving van het COVID-19 virus, verlengd.
Voor de verlenging, vermeld
in het eerste lid, geldt het volgende:
1° de startdatum is 27 februari 2021;
2°
de duurtijd van de verlenging bedraagt 120 dagen, zodat de civiele noodsituatie en de afwijkingsregeling
gelden tot en met 26 juni 2021.
Art. 2. In artikel 1, tweede lid, 2°, van het besluit van de
Vlaamse Regering van 30 oktober 2020 houdende vaststelling van een civiele noodsituatie met betrekking
tot de volksgezondheid, zoals vermeld in het decreet van 20 maart 2020 over maatregelen in geval van
een civiele noodsituatie met betrekking tot de volksgezondheid, naar aanleiding van de heropleving van
het COVID-19 virus, wordt de zinsnede "27 februari 2021" vervangen door de zinsnede "26 februari 2021".
Art.
3. Dit besluit treedt in werking op 27 februari 2021.
Art. 4. De Vlaamse minister, bevoegd
voor Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Brussel, 26 februari 2021.
De minister-president van de Vlaamse Regering,
J.
JAMBON
De Vlaamse minister van Justitie en Handhaving, Omgeving, Energie en Toerisme,
Z.
DEMIR
begin |
| Publicatie : 2021-03-05 |