FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID EN FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG
12 JUNI 2020. - Wet tot wijziging van de periodes die plaatsvinden tijdens de voorbevallingsrust en in aanmerking kunnen worden genomen voor de verlenging van de nabevallingsrust
FILIP, Koning
der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. De Kamer van
volksvertegenwoordigers heeft aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt : Artikel 1. Deze
wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 74 van de Grondwet. Art. 2. In artikel
1 van het koninklijk besluit van 11 oktober 1991 tot gelijkstelling van sommige periodes met periodes
van arbeid met het oog op de verlenging van de periode van arbeidsonderbreking na de achtste week na
de bevalling, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) in de bepaling onder 6°, worden
de woorden "49, 50 en 51" vervangen door de woorden "26, 49, 50, 51 en 77/1 tot 77/8"; b) het
artikel wordt aangevuld met de bepalingen onder 11° en 12°, luidende : "11° de dagen bedoeld
bij artikel 31, § 1, van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten; 12°
de dagen van schorsing van de uitvoering van de arbeidsovereenkomst of vrijstelling van arbeid met toepassing
van artikel 42, § 1, eerste lid, 3°, of artikel 43, § 1, tweede lid, 2°, van de arbeidswet
van 16 maart 1971.". Art. 3. In artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971, laatstelijk
gewijzigd bij de wet van 19 december 2018, wordt het vierde lid opgeheven. Art. 4. In artikel
220 van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering
voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, laatstelijk gewijzigd bij
het koninklijk besluit van 6 december 2015, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a)
de bepaling onder 6° wordt vervangen als volgt : "6° de perioden technische stoornis in de
onderneming, tijdelijke werkloosheid ingevolge overmacht, tijdelijke werkloosheid ingevolge technische
stoornis, tijdelijke werkloosheid ingevolge slecht weer, tijdelijke werkloosheid ingevolge gebrek aan
werk wegens economische redenen, evenals de perioden van schorsing van de uitvoering van de overeenkomst
en van gedeeltelijke arbeid bedoeld in de artikelen 77/1 tot 77/8 van de wet van 3 juli 1978 betreffende
de arbeidsovereenkomsten;" b) het wordt aangevuld met de bepalingen onder 13° en 14°, luidende
: "13° de dagen van arbeidsongeschiktheid zoals omschreven in artikel 100, § 1, van
de gecoördineerde wet; 14° de periode van volledige werkverwijdering als maatregel van moederschapsbescherming.".
Art. 5. In artikel 219bis, § 1, van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk
besluit van 13 april 1997 en vervangen bij het koninklijk besluit van 18 april 2010, worden de volgende
wijzigingen aangebracht : a) in het eerste lid wordt de zin "Deze uitkering wordt toegekend
tot de zesde week die voorafgaat aan de vermoedelijke datum van de bevalling of tot de achtste week wanneer
de geboorte van een meerling wordt voorzien." opgeheven; b) het tweede lid wordt opgeheven.
Art. 6. In artikel 114, vierde lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige
verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij de wet van 20 juli 2006 en gewijzigd
bij de wet van 19 december 2018, wordt de zin "Op verzoek van de gerechtigde kan de periode van nabevallingsrust
van negen weken verlengd worden met één week, wanneer de gerechtigde arbeidsongeschikt is geweest gedurende
de ganse periode van zes weken voorafgaand aan de werkelijke bevallingsdatum, of van acht weken wanneer
de geboorte van een meerling wordt verwacht." opgeheven. Art. 7. De Koning kan de bij de artikelen
2, 4 en 5 gewijzigde bepalingen opheffen, aanvullen, wijzigen of vervangen. Art. 8. Deze wet
heeft uitwerking met ingang van 1 maart 2020. Het recht op de verlenging van de periode van
arbeidsonderbreking na de negende week met een bijkomende week overeenkomstig artikel 39, vierde lid,
van de arbeidswet van 16 maart 1971, zoals bepaald vóór de inwerkingtreding van deze wet, blijft van
toepassing op de werkneemster die, op grond van artikel 1, 11°, van het koninklijk besluit van 11 oktober
1991 tot gelijkstelling van sommige periodes met periodes van arbeid met het oog op de verlenging van
de periode van arbeidsonderbreking na de achtste week na de bevalling, zoals bepaald na de inwerkingtreding
van deze wet, niet kan genieten van de verlenging van de nabevallingsrust met meer dan vier weken, of
meer dan zes weken in geval van de geboorte van een meerling. Het recht op de verlenging van
de periode van nabevallingsrust van negen weken met een bijkomende week overeenkomstig artikel 114, vierde
lid, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd
op 14 juli 1994, zoals bepaald vóór de inwerkingtreding van deze wet, blijft van toepassing op de gerechtigde
die, op grond van artikel 220, 13°, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de
wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd
op 14 juli 1994, zoals bepaald na de inwerkingtreding van deze wet, niet kan genieten van de verlenging
van de nabevallingsrust met meer dan vier weken, of meer dan zes weken in geval van de geboorte van een
meerling. Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door
het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Gegeven te Brussel, 12 juni 2020. FILIP Van
Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, M. DE BLOCK De Minister van
Werk, N. MUYLLE Met 's Lands zegel gezegeld : De Minister van Justitie, K.
GEENS _______ Nota Kamer van volksvertegenwoordigers (www.dekamer.be) : Stukken
: Doc 55 1231/ (2019/2020) : 001 : Wetsvoorstel van de dames Leroy en Willaert c.s. 002
: Amendementen. 003 : Verslag van de eerste lezing. 004 : Artikelen aangenomen in eerste
lezing. 005 en 006 : Amendementen. 007 : Verslag van de tweede lezing. 008
: Tekst aangenomen in tweede lezing. 009 : Amendementen ingediend in plenaire vergadering. 010
: Tekst aangenomen door de plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd. Integraal
verslag : 4 juni 2020